Kala Jula
(Buda Musiques 860229)
´Dit album is opgedragen aan alle mensen die voldoende durf hebben om de geijkte paden te verlaten, om culturele grenzen te overschrijden en zichzelf open te stellen naar anderen. Want dit is nodig om te ontwikkelen´. Zo luidt de slotzin in de inleiding van de inlay bij de cd Kala Jula. En wat hier gepropagandeerd wordt, maken de twee muzikanten volledig waar. Hier is werkelijk sprake van een kruisbestuiving van culturen: de op zichzelf al veelzijdige Malinese volksmuziek in de persoon van Samba Diabaté en de West Europese achtergrond van Vincent Zanetti.
Eerstgenoemde wordt onderwezen op de balafon, maar leerde op latere leeftijd gitaar en de Malinese luitgitaar, de jeli n’goni bespelen. Samba Diabaté was begeleider van onder meer Sali Sidibé en is als veel gevraagd sessiemuzikant onder meer betrokken bij opnamen van Toumani Diabaté en Djelimady Tounkara. En een fantastisch gitarist die de onovertroffen Ali Farka Touré benadert. Vincent Zanetti is Zwitser, maar verblijft al langer in Mali. Hij produceerde albums, was arrangeur voor Soungalo Coulibaly, richtte Djinn Djow op en is zelf multi-instrumentalist. Veel percussie-instrumenten passeren in zijn handen, maar daarnaast is het een eveneens zeer bedreven gitarist in open stemming. Maar het opmerkelijkste instrument dat hij bespeelt is de zena. Dit is een ‘bridged harp’, afgeleide van de kora en ontwikkeld door de Bretonse instrumentmaker Gweltaz Simon (over kruisbestuiving gesproken!). Door de samenstelling (fiber snaren en koperen sympathiesnaren, gestemd in de pentatonische toonlader) klinkt het instrument een stuk lichter dan de oorspronkelijke kora. Het past uitstekend bij de muziek die het tweetal brengt.
De stukken zijn afwisselend traditioneel en door de beide muzikanten zelf gecomponeerd, maar ademen allen onmiskenbaar de sfeer van de Malinese volksmuziek uit: snelle, staccato riffs, virtuoze opeenvolging van korte noten en een swingend, heupwiegend ritme. Wat de cd zo bijzonder maakt is de versmelting van de westerse invloed, zoals de open stemming gitaar en de fraaie harmonische akkoorden met de opgewekte en toch melancholische melodieën uit Mali. Regelmatig is er sprake van polyfonie. Instrumenten spelen niet unisono dezelfde melodie, maar polyfoon. Ook wat je de ’textures’ zou kunnen noemen, de sfeerklanken uit de elektrische gitaar van gastmuzikant Jean Phillipe Zwahlen, zijn een (grens)verleggend element.
Toch staan er ook twee ‘recht toe recht aan’ tracks op de cd. het betreft hier solostukken van Diabeté op de jeli n’goni. En vooral niet denken dat dat saai is, integendeel! Ondanks de opzwepende muziek en de snelle soli straalt de cd rust uit. Je zou het haast vredig kunnen noemen, maar nooit flegmatiek. In het kader van de actualiteit verdient de track Sambani bwara koron fè nog een vermelding. Dit nummer wordt opgedragen aan een jongen, Samba, de zoon van een Maninka moeder en Toeareg vader. Het kent dan ook de ritmen van de Mande, maar tevens van de woestijnblues van de Toeareg. Wie had het over durfals die grenzen verleggen?