Awat
(Buda Musiques 860373)
Een eerste samenwerking was er met het album Delâshena. Awat is het knappe vervolg met de Iraanse muzikanten Shadi Fathi en Bijan Chemirani. Fathi is een van de weinige Iraanse vrouwelijke muzikanten. Het is immers niet toegestaan voor vrouwen in Iran om in het openbaar muziek te maken. Vandaar dat ze, net als Chemirani al langer, gehuisvest is in Frankrijk. Ze bespeelt de setar, de driesnarige variant van de saz, en de daf (grote vlaktrommel).
Chemirani is vooral bekend als percussionist (zarb, daf), maar is ook een voortreffelijk sazspeler. Beiden zijn ook vocaal te horen, waarbij gedichten worden voorgedragen. Een groot deel van de composities is afkomstig van Chemirani, met gedichten van Houshang Ebtehaj, Mowlana Rumi, Sohrab Sepehri en Omar Khayyam.
Dat de composities doordrenkt zijn met aanstekelijke ritmen mag niet vreemd zijn. Toch zijn ze ook melodisch om van te smullen. De afwisseling – of juist het samenspel – tussen saz en setar is aanstekelijk en wordt soms aangevuld met de cello van Redi Hasa en de kamantcheh – Iraanse knieviool – door Shervin Mohajer.
Meest verrassend echter zijn de uitstekende bijdragen van Sylvain Barou op dwarsfluit, bansuri, duduk, gaida, kaval en zelfs uillean pipes. Het geeft net even dat klankkleurverschil, de extra dynamische zet in de composities. Barou is tevens verantwoordelijk voor de opnametechniek met een heldere, transparante en toch warme sound. De aangekondigde setar solo is in de letterlijke zin geen solo, want wordt begeleid door percussie. De percussie solo is dat wel. Twee echte duetten – een setar-duduk en percusie-bansuri – vormen een tegenwicht voor de overige composities met een ‘groepsgevoel’.
Vermeldenswaard is nog afsluiter Hitchestan, waarin de klagende uillean pipes geenszins uit de toon vallen in de Arabische klank- en ritmestructuur.