Sido Martens – Fungus, mijn jaren als zwam

Sido Martens
Fungus, mijn jaren als zwam
(Eigen beheer www.sidomartens.nl/winkel)

Het verbaast mij al langer dat er nooit een gedegen boek is verschenen over Fungus, de grondlegger van de Nederfolkrock in Nederland. Want behalve voor de folk(rock) heeft die formatie toch eveneens een bepalende rol gespeeld in het ‘populariseren’ van het zingen van pop/rock/folk in eigen taal. Fungus, mijn jaren als zwam is geen biografie over de groep, maar een persoonlijke weergave van de ervaringen, herinneringen, gedachten et cetera van een van de sterkhouders, Sido Martens.

In 102 bladzijden gaat Martens terug naar de periode van pakweg augustus 1973 tot februari 1975  – met een uitloop tot juli in verband met de opnamen voor Lief ende leid – dat hij bij Fungus betrokken was. Dat doet hij in een opmerkelijk spontane schrijfstijl, waarbij opvallend het vrijwel standaard ontbreekt aan de eerste persoon enkelvoud in de zinnen. Je moet daar even aan wennen, maar het stoort de voortgang niet. Integendeel, het leest alsof je in een live gesprek met Sido zijn verhalen volgt. Die schrijfstijl zit vol met ‘Martensiaanse’ humor: droog, soms wat cynisch, maar zeer vermakelijk. Toch kan Martens ook heel serieus zijn in zijn overpeinzingen, al moet ik zeggen dat hij af en toe wat doordraaft en ik ook de clou niet meer vat. Ik kom daar nog op terug.

Is het al geen gortdroog verhaal, de vele illustraties maken het boek luchtig. Uiteraard foto’s van de groep(sleden) en direct betrokken als producer Roy Beltman, maar ook krantenknipsels, brieven, toegangskaartjes, posters, optredens, bepalende gebouwen en natuurlijk platenhoezen. Heel prettig zijn de handvol QR codes, die als je ze scant rechtstreeks verwijzen naar een stuk muziek of YouTube filmpjes. Zo kan je bijvoorbeeld de hele uitzending van Fungus in Nederpopzien of een fragment van Fungus op Pinkpop bekijken. En de agenda van Martens over de jaren ’73-’76 sluit per jaar een hoofdstuk af. Rijkelijk geïllustreerd dus, maar geenszins overdadig. Op de bijgevoegde cd vind je drie (Martens) uitvoeringen van het Fungus lied der Fungus liederen, Kaap’ren varen.

Sido Martens Fungus periode

De geschiedenis van Fungus wordt dus beschouwd vanuit de persoonlijke beleving van Sido Martens. Het geeft, ondanks de visie vanuit een gezichtshoek, toch een fraaie inkijk in de ins and outs van een groep die ineens met een onverwachte populariteit te maken kreeg. De gebruikelijke groeistuipen komen boven water, zoals spanningen onderling. Martens geeft aan dat hij daar wat buiten stond – hij kwam in de formatie op een moment dat deze al enige tijd bestond – maar spaart zichzelf niet en is zelfkritisch.

Een twijfelkont noemt hij zichzelf, maar aan de andere kant is hij een prototype vasthoudende Fries. Hij erkent de enorme groei die hij als muzikant doormaakte bij Fungus, maar ook de beperking. De voortdurende discussies ‘wel/niet louter Nederlandstalig’, ‘wel/geen eigen composities’ en de enigszins rommelige organisatie rond het uitdiepen van arrangementen en het repeteren. Daarin speelde de geografische afstand – Martens wenste niet te verhuizen naar de randstad en moest vanwege het ontbreken van rijbewijs en auto alles met de trein bereizen – een rol en eiste later zijn tol.

Leuk zijn de anekdoten over optredens, festivals, opnamen et cetera, zeg maar de achtergronden van het muzikantenbestaan. In 1975 is het dan duidelijk: Martens verlaat de groep. De start van dit hoofdstuk wijdt hij in filosofische beschouwing uit over de relatie met de natuur, zee en land, de titel van zijn eerste soloplaat Land & Water.

Sido Martens nu

Hier raak ik de draad even kwijt. Die vind je weer als hij over de eerste periode na zijn vertrek schijft over zijn muzikale uitspattingen, die leidden tot een tweede en derde soloplaat (Piscus, 1 2 3), de samenwerking met Piet Cox en de uitgave van de lp van Farmers Reunion tot de uitgave van zijn eerste Nederlandstalige schijf Nooit genoeg. Strikt gezien heeft dat niets meer met de zwamjaren te maken, maar het geeft wel een inkijk in de struggle die daarna volgde. Die staat beschreven in het laatste hoofdstuk, waarin Sido een periode van 1976 tot heden in vogelvlucht beschrijft.  Vier beschouwingen – van Eric van Domburg Scipio, Matthijs Linnemann, Jan Smeets en Tom Steenbergen – sluiten het boek tezamen met een geïllustreerde discografie en boekenoverzicht van Sido Martens af.

Ik kan met niet voorstellen dat er een folkfan is die zonder plezier dit fraai in hardcover uitgegeven kleinood doorleest. Want Sido Martens mag zichzelf dan een artiest in de marge noemen, deze uitgave is groots.

Scroll naar boven