Kraktjärn
Een kakofonie aan geluid is Kurbits & Flames. Maar gelukkig wel een georganiseerde kakofonie. Het tienkoppige gezelschap bespeelt een waslijst aan instrumenten, variërend van gitaar, bas, drums, voetpercussie, piano, orgel, mandoline, viool, draailier tot trekzak, maar het meest dominant in de sound is de blazerssectie met trompet, trombone, tenor-, alto- en baritonsax, klarinet en zelfs een doedelzak. De titeltrack, een exemplarisch nummer voor de klank van de groep met veel variatie, krijgt zelfs een vocale invulling, al beperkt die zich tot een herhalende strofe als een meezinger.
Het is een en al feestgedruis bij de 10 nummers van Spöket i Köket met walsen, een jig, maar vooral polka’s. Niet zo vreemd als je weet dat de Zweedse formatie teruggrijpt op de nationale volksmuziek, maar daar wel een eigentijdse, hedendaagse en moderne draai aan geeft. Zo komt er regelmatig een jazzy improvisatie voorbij, of een knap staatje brassharmonie.
Tempowisselingen zijn aan de orde van de dag, net als syncopische accenten of een swing, zonder dat het afbreuk doet aan de kwaliteit. Het is geen gimmick, maar een doelbewust spelen met harmonische, ritmische en tonale mogelijkheden. Neem slottrack Shuffle Bonanza, een nummer waar met van alles en nog wat de draak gestoken wordt. Zo doet de tune quasi bigband aan, maar door accentverleggingen neem je een volksbal waar, of een partydans in feeststemming. Kortom: een muzikale stunt, die nog een toetje krijgt door het knap uitgestelde einde, waarbij diverse outro’s van gekende (en minder bekende) songs worden aangestipt.
Wie in een dip zit zou Kurbits & flames eens moeten opzetten. Nu nog wachten tot de formatie de komende zomerfestivals op hun kop gaan zetten. Spöket i Köket, de even ideale als prominente slotact!