Sad songs for us to bear
(SCR 01/2020 – the )
Sjef Hermans (gitaar, zang), Geert de Heer (dobro, mandoline) en Jacqueline Heijmans (zang) brengen al langer liedjes over mensen aan de zelfkant van de maatschappij. Zo bewerkten ze bijvoorbeeld songs van Blaze Foley: Our little town is op deze cd een cover, en de titelsong een eerbetoon aan de kritische singer-songwriter uit Amerika.
Ik weet niet of deze Sad songs for us to bear de schijf is waarvan de opnamen doorkruist werden door de productie van het succesvolle Silent voices rond de gevangenisliederen van Dietrich Bonhoeffer. Zo ja, dan kan je in feite niet van een vervolg spreken. Zo nee, dan is het even moeilijk de voortreffelijke voorganger te evenaren.
‘Vijftien songs over gewone mensen die onder ongewone omstandigheden tot bijzondere dingen in staat zijn’ luidt de ondertitel en perfecte samenvatting van het gebodene. Nummers van Hermans zelf geïnspireerd door en over spraakmakers. Actueel, waaronder Greta Thunberg (little girl), de kinderen die geïsoleerd werden gehouden door hun vader op een Drentse boerderij (The end of time). Liedjes over de oorlog, bijvoorbeeld over de in zijn woonplaats geboren Etty Hillesum (We have left the camp singing), toch ook weer Bonhoeffer (Shut down the doors of Woe), Ammon en Avshalon Weinstein, die een stem gaven door violen te restaureren van Joodse musici die tijdens de Holocaust omkwamen, Charlotte over Chalotte Salomon en Witold Pilecki (You where there).
Namen die niet direct wat zullen zeggen, maar wel een stem – in dit geval een lied – verdienen.
Ook enkele bewerkingen van/songs over ‘oude meesters’ (Blind Willie Johnson, eerder genoemde Foley en Washington Phillips, aangevuld door songs die minder te kaderen zijn). Aansprekende thema’s, maar het gaat ook om de muziek en uitvoering uiteindelijk. Dat laatste is zorgvuldig op basis van de tokkelende gitaar van Hermans en subtiel ingekleurd door de Heer. Instrumentaal dus bescheiden in positieve zin. Je moet dit soort liederen niet volstouwen met overdreven soli of volgekalkte achtergrondpartijen. Hoe het wel kan moet je maar eens beluisteren in het schitterende The violins of hope, met een gastrol voor violist Wissem Ziadi.
De zang is niet de sterkste kant, vind ik. De stem van Heijmans is warm, maar kan wat expressiever en Hermans is geen grote zanger, maar wel spreekt zijn vertolking. De omlijsting van de teksten gebeurt met de gekende Hermans melodietjes, gebaseerd op old time, blues, ragtime etc.
‘Dat is eenmaal wie ik ben’ sprak hij eens uit, al is op dit album al meer variatie te ontdekken. En ook dat is positief, want herkenbaarheid is een voordeel, maar ook een valkuil. Een kritiekpuntje geldt voor de opname. Die klinkt hard bij de instrumenten, wat hinderlijk wordt gecompenseerd door galm. Niet doen…