akoestische folk

Arnaud Bibonne en Bohas Orchestra eren de boha

Arnaud Bibonne Bohaussac, cornemuse traditionnelle des Landes de Gascogne (AEPEM, 18/05) Arnaud Bibonne (bohaussac, voetpercussie, zang) maakte er een erezaak van om ‘zijn’ instrument, de boha, voor altijd uit de vergetelheid te halen met een bloemlezing van talrijke dansen uit die regio. Net als veel doedelzakken geraakte dit type in de voorbije eeuw in de […]

Arnaud Bibonne en Bohas Orchestra eren de boha Lees verder »

Alegria e Liberta

Alegria e Liberta (Homerecords, 444 6200) Het is reeds enkele jaren een publiek geheim dat één van de grootste zangdiva’s uit Rome, Lucilla Galeazzi, en de Galicische zangeressen van Ialma (Veronica en Natalia Codesal, Marisol Palomo en Eva Fernandez) elke gelegenheid te baat namen om muzikaal onder te duiken in de Brusselse muziekscene. Geleidelijk groeide

Alegria e Liberta Lees verder »

Blowzabella – Two score

Two score (Blowzabella, Blowzabella4) Vorig jaar blies Blowzabella niet minder dan veertig kaarsjes uit. Tijd voor een stevige compilatie-cd om alles eens te resumeren, zou je dan denken. Niets bleek minder waar, ze hebben immers nog steeds zoveel nieuwe muzikale verhalen te vertolken. Dus hoogste tijd om (na vijf jaar) nog eens uit te pakken

Blowzabella – Two score Lees verder »

Het ultieme muzikale testament van Yann-Fañch Kemener (7/4/1957-16/3/2019): Roudennoù/Traces.

Roudenoù/Traces (Buda musique, Xango, 771 5525) Op zaterdag 16 maart 2019 kwam ons het trieste bericht tegemoet dat één van de grootste Bretoense zangers naast Alan Stivell en Denez Prigent na een slepende ziekte op 61-jarige leeftijd het tijdelijke voor het eeuwige wisselde. Yann-Fañch Kemener (onder meer gekend van Barzaz) had net weer een nieuw

Het ultieme muzikale testament van Yann-Fañch Kemener (7/4/1957-16/3/2019): Roudennoù/Traces. Lees verder »

Galjaard & Wiering bij Rockinggoodfolk

Prachtige zang en originele gitaarklanken van Roos Galjaard gecombineerd met de cello van Sebastiaan Wiering. Hun mooie samenspel en de verfrissende interpretaties geven alle ruimte aan de warme gitaarklanken. Maar ook aan de zuivere en krachtige zangstem van Roos Galjaard en de meeslepende diepte van de cello van Sebastiaan Wiering. Begonnen in Gouda als straatmuzikant

Galjaard & Wiering bij Rockinggoodfolk Lees verder »

Bart Praet – DuO

DuO (Homerecords, 413309) Bart Praet (uillean pipes, whistles, fluit), die we onder meer terugvinden bij Elanor en Arjaun (waar hij Stefaan Timmermans ging vervangen) blijkt zowat heel zijn leven ook een boontje te hebben voor de Galicische en Ierse muziek en wou terug een stapje zetten in die tradities binnen een eerste soloproject. In Philip

Bart Praet – DuO Lees verder »

Trio Mio – Polyglot pike

Polyglot pike (GO’Danish Folk Music, Xango, GO0518) Met hun zesde draaitafelrijpe album is dit frisse folktrio, dat zich toelegt op een eigentijdse beleving van Scandinavische neo-traditie, al lang niet meer aan hun proefstuk toe. Kristine Heebøll (viool), Peter Rosendal (piano, wurlitzer, bugel en moog) en Jens Ulvsand (gitaar en bouzouki) schotelen ons vooral eigen composities

Trio Mio – Polyglot pike Lees verder »

De Garre (van Kornee)

DE GARRE (VAN KORNEE) – zonder titel (eigen beheer) 2018 – 44:50.
Net geen vijftien jaar terug ontstond – een beetje als spin-off (en dat is zeker niet onheus bedoeld) van Kadril en Follia! – een gezelschap dat in eerste instantie een gooi deed naar het balfolkcircuit, niet zonder succes overigens. Hans Quaghebeur (accordeon, draailier, ukelele en banjo), Dirk Verhegge (gitaren en banjo) en Johan Fernand Decancq (sopraan- en baritonsax, dwarsfluit en doedelzak) zijn er van bij het eerste uur bij, en kregen ondertussen het gezelschap van Bart De Cock (nyckelharpa en doedelzak) en niet in het minst Mariken Boussemaere (zang, dwarsfluit en autoharp), die met haar doorgaans in het Westvlaams gezongen (gelukkig werd voor anderstaligen een Engelse vertaling voorzien in het booklet) en deels zelf (in uitgesproken ‘plat’) geschreven teksten de door Quaghebeur zorgvuldig uitgeselecteerde, bijna ter ziele gegane, melodieën luister bijzet. Hans is immers niet te stoppen in zijn ijverige speurtocht naar vergeten pareltjes in liedboeken allerhande, waarvan eveneens een aantal teksten weerhouden werden. Eindelijk een langverwacht ‘debuut’ van een kwintet dat zeker niet weigerachtig is om ten dans te spelen, maar ondertussen hun meesterschap over hun uitgebreid instrumentarium en oor voor verfijnde arrangementen ongeremd botvierden op het basismateriaal. Dit levert een ongemeen sterk gerijpte muzikale klassewijn op. Mariken slaagt er met heel gevatte poëtische teksten perfect in om liefdesmiserie in alle rauwheid uit te zingen, getuige eerst en vooral het walsje ‘Kwit’ (‘Kwijt’), gedragen door Hans’ accordeon, die het draagvlak vormt voor een subtiel duel tussen sax en doedelzak. Nog pakkender is ‘Ballesoire’ (‘Schommel’) waarin het instrumentarium, strak geritmeerd door gastpercussionist Jo Zanders, op magistrale wijze de schommelbeweging weet te evoceren en je zowaar tot trance dreigt te voeren. ‘Nieweerd’ (‘Nietsnut’) en ‘De ruiter’ bieden Dirk Verhegge dan weer de gelegenheid met een staaltje van zijn even ingetogen als virtuoos gitaarspel, waarbij in laatstgenoemd nummer ook de doedelzakken niet onopgemerkt blijven. Diep in oude liedboeken trof Hans ‘Sint Jans Gheleide’, waarin andermaal accordeon, sax en droge percussie de hoofdtoon voeren om dit pareltje, ook voorzien van een tintelend banjo-intermezzo, de eenentwintigste eeuw binnenloodsen. Van kommer en kwel is ook ‘Buutn Oasem’ (‘Buiten adem’) doorwrocht,… “durfde ik maar zo ver als ik geraakte”. Toch blijkt het verlangen naar de liefde groter dan de weerzin voor de ontgoocheling, in ‘Blijf’, waarvan we ook nog een interessante draailierbegeleiding onthouden, en ‘Patientiekruid’ dat eens te meer aantoont hoe sax en doedelzak zich weten te verenigen in een geslaagd huwelijk. Toch weerklinkt er ongewis alweer een ferme waarschuwing in ‘Mispakt’ (…je maar niet aan dat opgetut kind). Dit album dat echt niet onder de radar mag blijven sluit af met drie traditionals, een heel melancholisch vertolkte ballade ‘De korporaal’, geflankeerd door een ‘Ronda Suite’ dat ons naar zuiderse salterello-sferen voert in een mengsel van droge uptempo-percussie, twinkelend banjospel en blijmoedig doedelzakgeschal. De stem van Mariken lijkt wel vergroeid met de nummers. Eenmaal moeten we haar missen,… in de swingende, optimistische afsluiter ‘Le petit bois Martin’, waar eens te meer doedelzak en sax boeiende dialogen oplevert. Nee, ze gingen niet over één nacht ijs, die ‘ouwe’ rotten.

De Garre (van Kornee) Lees verder »

Cecilia – Pastourelle

Pastourelle (Appel Rekords, APR 1380) Dit trio viert, zich uitlevend op wat kan gelden als de drie basisinstrumenten van het traditionele bal, trekzak (Greet Wuyts), doedelzakken (Jan Leeflang) en draailier (Thomas Hoste), zijn/haar tiende verjaardag op uitbundige wijze met een portie nieuwe melodieën en arrangementen, vooral van de hand van Jan. Nadat de fans haar

Cecilia – Pastourelle Lees verder »

Scroll naar boven