Met drieduizend bezoekers was Take Root 2010 uitverkocht en dat was niet geheel verwonderlijk gezien het sterke programma en de juichende aankondigingen op de diverse americana-sites. Dat men enkele jaren geleden verhuisde van Assen naar de Oosterpoort in Groningen om te kunnen groeien lijkt dan ook niet overdreven. Naast de grote en kleine zaal werden nog twee podia neergezet in de foyer en de entreezaal. En zo was er de hele avond door voldoende keuze voor de liefhebbers van Amerikaanse rootsmuziek. Het gevolg waren soms pijnlijke keuzes. Zo had men de twee hoofdacts Wilco en Dave Rawlings Machine (met Gillian Welch) tegelijkertijd geprogrammeerd. Het hartverscheurende dilemma waar veel bezoekers voor geplaatst werden, was zo ongeveer het gesprek van de avond.
Alhoewel het druk was in de Oosterpoort was de sfeer ontspannen en de podia waren wel zo over het gebouw verdeeld dat het elkaar niet in de weg zat. Bij de eetstandjes werden gerechten aangeboden die de sfeer van het Amerikaanse platteland nog moesten benadrukken, waarbij ook de vegetariërs niet op droog brood met water stonden. Het belangrijkste minpuntje voor de organisatie was toch wel het gebrek aan informatie over de optredende artiesten. Voor bekende artiesten is het niet zo’n bezwaar dat je niet meer meekrijgt dan de bandnaam en de tijd en plaats van spelen, maar juist voor nieuwe of onbekende artiesten op het programma is dat toch jammer.
Nadat ik in de foyer als opwarmertje Caitlin Rose had bekeken, een jonge zangeres uit Nashville, die met een aardige country/folk-set liet horen over een prima stem te beschikken, maar haar songs konden mij niet echt overtuigen. Het eerste hoogtepunt van de avond was direct hierna in de grote zaal te aanschouwen. Het energieke ‘old time’-gezelschap Old Crow Medicine Show speelde de zaal letterlijk plat. Ze weten als geen andere groep een overdosis speelplezier te koppelen aan overtuigend banjo-, gitaar-, en vioolspel en prachtige meerstemmige zang. Vooral als ze publieksfavoriet Wagon Wheel spelen kan de avond niet meer stuk.
Niet minder sensationeel is Frank Fairfield, een naam die niet bij iedereen vooraf een belletje zal hebben doen rinkelen. Presentator Jan Donkers raadde aan de ogen te sluiten en je in de jaren dertig te wanen. Dat was eigenlijk niet nodig, want zelfs de podiumpresentatie was ‘in stijl’. Hij begeleidde zichzelf afwisselend op banjo, gitaar of viool om folkklassiekers te spelen op een manier die je tegenwoordig alleen nog hoort als je een opnamen van Alan Lomax luistert.
Enigszins tegenvaller was Damien Jurado, de singer-songwriter uit Seatlle die solo aantrad. Maar hij blijkt eigenlijk niet in staat om met zijn beperkte gitaarstijl en niet erg afwisselende zang zijn indie-folksongs diepgang te geven. Voor Iron&Wine gold het omgekeerde. Zijn songs zijn op cd met een band uitgevoerd. In Groningen was hij alleen en de songs wonnen daarmee aan zeggingskracht. Het publiek was muisstil en met zijn hoge uithalen was hij goed voor een ‘shot kippenvel’ die op een americana-festival niet mag ontbreken.
Het echte hoogtepunt van de avond werd voor het laatst bewaard. Voor mij was de keuze Wilco of Dave Rawlings Machine snel gemaakt. Ik wacht al jaren op een concert van Gillian Welch en ook al waren de rollen met haar vaste begeleider Dave Rawlings nu eens omgedraaid, dit was de voornaamste reden voor mijn aanwezigheid. En het duo, aangevuld met een aantal leden van de Old Crow Medicine Show maakten de hooggespannen verwachtingen meer dan waar. Vanaf de eerste nummers hing er magie in de lucht. Prachtig waren de vertolkingen van Ruby en I Hear them all. Waarbij het laatste nummer naadloos overging in This land is your land, dat ik persoonlijk opgevat heb als een sneer naar de Tea Party-beweging. Iedereen besefte dat het de promotie van de Dave Rawings-cd was, en dus werd er niet tot vervelens geroepen om Gillian Welch-songs, maar toen zij Look at miss Ohio inzette ging er een zucht van verlichting door de zaal. Na enkele toegiften en diverse staande ovaties eindigde de groep met het van O, Brother Where Art Thou bekende Didn’t Leave Nobody but the Baby.
Het was kwalitatief een onvergetelijke avond en de vraag is of het mogelijk is om dit volgend jaar te evenaren.