Na twee jaar gedwongen experimenteren keerde het TakeRoot festival voor de 24e editie terug naar De Oosterpoort in Groningen met een keur aan Amerika muzikanten, verdeeld in 25 voorstellingen, verspreid over 6 zalen. Het evenement was ruim voor aanvang uitverkocht. Ondanks de grootte van de locatie was het té druk! De grote zaal herbergde de ‘hardere’ bands, de foyer diverse rockgroepen. Het festijn is vooral (gitaar)snaargericht, want een keyboard was – bij onze keuzes – niet te ontdekken. Die keuze lag bij de meer folky en rootsy voorstellingen.
Een festival met meerdere podia en een verspringende time-table impliceert dat bezoekers gaan shoppen. Daar is niets op tegen en wellicht juist de charme van een festivalgebeuren. Je richt je op bekende namen en pikt en passant wat minder of geheel onbekende namen mee. Zo verraste de ‘nooit van gehoord’ singer-songwriter Donovan Woods. Kundig gitarist met een falsetto zangstem waarmee hij zijn directe teksten vertolkt. Genieten was het vooral van zijn licht cynische introducties, waarbij hij zichzelf niet schuwde voor zelfspot. En het prima geluid in de bovenzaal.
Dat laatste gold ook voor de binnenzaal, waar ik aanvankelijk wat sceptisch was toen Aoife O’Donovan met band het podium betrad. Liever had ik de dame met de fluwelen stem solo gezien. Maar de band, met een fantastische Robin MacMillan als drummer/percussionist, bassist Ethan Jodziewicz, en de uiterst subtiel spelende gitariste/violiste en tweede stem zingende Isa Burke, stond als een huis. Ontspannen, ontdaan van alle poeha, gewoon songs en muziek centraal en overtuigen maar.
Dat in schril contrast met Chris Thile, die duidelijk een grote schare fans vooraan het podium van de kleine zaal vermaakte. Thile is een van mijn mandoline helden, maar zijn spel krijgt toch steeds meer trekjes van te veel gepriegel op de vierkante centimeter, iets waar je hyper van wordt. Soms komt hij ontroerend over met een harmonisch stukje, maar de toonsoortwisselingen, de dissonante akkoorden en het Max-formule1 vingervlugheid treden te vaak op de voorgrond.
Van Mary Gauthier lukte het net het slotlied van haar set mee te pikken en dat alleen al maakte indruk. Bij de Cowboy Junkies – vooraf bestempeld als een van de hoogtepunten – duurde het (te) lang voordat je van de set konden genieten. Men kreeg het geluid maar niet op orde. Pas halverwege raakte de Junkies op stoom, zonder geluidskopzorgen. En dan zijn ze toch stukken beter. Ruim 1/3 van de overvolle zaal had de ruimte toen echter al verlaten.
Voor het optreden van Jeffrey Foucault stond een file. Daar kwam de charme – of de crime, het is maar hoe je het bekijkt – van het festivalhoppen erg dicht bij. Overvolle zaal en mondjes maat ‘jij er uit, ik erin’ deurbeleid. Een Belgische bezoeker miste daardoor grotendeels zijn held. Deze fan opperde een interessante gedachte.
‘Het is uitverkocht. Waarom niet naar twee dagen uitbreiden, de bezoekers spreiden, zodat je de kans krijgt om meer te zien met minder kuddes dan nu’.
Daarmee illustreerde hij de grote bottleneck van TakeRoot 2022: té veel publiek, ondanks meerdere zalen en een verspreid aanvangs- en slotmoment van de concerten. Zelfs passeren in de foyer was soms spitsroeden lopen.
Positieve ervaringen echter te over: in het algemeen prima geluid, strakke planning (slecht een klein kwartier uitloop), een gevarieerd programma waar ieder aan zijn trekken komt en een sterk gemêleerd publiek (van 16 tot 76 😊). Amerika leeft dus….TakeRoot draagt daar zijn steen aan bij.