Tamala – Lumba

Tamala - Lumba

Lumba
(Muziekpublique, Muziekpublique14)

Deze ‘reizigers’ verkennen het volledige spectrum van dialogen tussen kora, viool en stem. Met Lumba, hun tweede album, breekt ‘De grote dag’ aan. Wouter Vandenabeele (viool) en de Senegalezen Bao Sissoko (kora, calabash, zang) en Mola Sylla (zang, xalam, kalimba, riti en percussie), slaan aan het dromen over een nieuw begin, en roepen op tot het stopzetten van alle menselijke dwaasheid en hypocrisie.

Gezongen wordt er in het Wolof of Soussou, vanuit teksten die handelen over onze wereld nu, en die een stevig pleidooi vormen voor openheid en menselijke toenadering. De teksten zijn van de hand van Mola, op muziek gezet door Bao. Mola gaat er voorts prat op zelf zijn instrumenten in elkaar te knutselen. En Muziekpublique zou zijn naam niet waar maken, mochten ze niet de ijver aan de dag leggen om al die ‘verhalen’, ook in het Nederlands, te hertalen.

Uitgangspunt vormt de griot-traditie, geplaatst in een eigentijdse context en via de insteek van Wouter ook gelardeerd met elementen uit de Europese tradities. Openen doen ze met Yanoul, vrij vertaald “Je moet tillen wat je kunt dragen”. Mee ingezongen door de Congolese gaste Sylie Nawasadio, handelt het over het spanningsveld tussen polygamie en armoede. Zij levert ook een bijdrage in Sira, dat verhaalt hoe liefde het onderscheid tussen arm en rijk kan overstijgen. Het is een vogel die beschouwend de wereld verkent en opmerkt dat de rijkdommen niet gelijk verdeeld zijn in Picce mi, een nummer dat met een extra snuifje blues bestrooid wordt door de mondharmonica van Olivier Vander Bauwede.

De verrassing die opduikt wanneer plots een Halleluja weerklinkt, wordt verklaard door het feit dat Mola, geboren in een moslimgezin, toch naar een katholieke school gestuurd werd. Het resultaat vormt een pleidooi voor het bereiken van toenadering tussen de godsdiensten. Ze houden het instrumentaal in Fan sote, een ode aan de vrijheid van de muziek, als verbindende kracht over grenzen heen.

Ongemeen autobiografisch, en zeker het nalezen waard in het booklet, zijn de aangrijpende familieverhalen die Mola bezingt in Fandye en het in Fula gezongen Diarra (de naam van zijn grootmoeder), waarin hij zijn voorouders bedankt voor hun inspiratie en wijsheden. In Tule, tuul staan naast de wind ook andere geheime boodschappen die ons toekomen vanuit de natuur centraal. De uit Estland afkomstige Mari Kalkun (zang, kannel) werkte mee aan dit, deels in het Ests gezongen, pareltje.

Meer boodschappen voor een betere wereld treffen we in Yakar en Tolof tolof, die de wantoestanden rond de straatkinderen aan de kaak stellen, en het heel deemoedige Lumba, dat ons nederig uitnodigt om in navolging van onze voorouders weer meer in harmonie te leven met de aarde. Ook Nyayele is een eyeopener die aanstuurt om niet weg te kijken, terwijl het optimisme en geloof in een nieuw licht aan zet blijft in het afsluitende Guddi, dat onrechtstreeks verwijst naar de titelsong, de grote dag van de verandering, waarin iedereen bestaansrecht verwerft.

De serene, ingetogen virtuositeit en universele, geëngageerde poëtische kracht die uit hun gebundelde inspiratie ontspringt, laat je het best over je heen komen door deze briljante muziek met volle concentratie te beluisteren.

Scroll naar boven