La marelle
(Frémeaux & Associés FA 8532)
Têtes de Chien is een vocale groep uit Parijs. Hun groepsnaam haalden ze bij de spreuk waarin ‘Parisien, Tête de chien’ voorkomt. Vandaar. Wat ze zingen komt helemaal uit de Franse provincies. Hun repertoire bestaat uit Franse traditionele liederen die ze op een eigen, originele wijze vertolken.
Bij het verschijnen van hun eerste cd in 2013 schreven we al hoe die vijf mannen, die zich ‘een hedendaags a capella kwintet voor traditionele liederen’ noemen, hun stemmen niet alleen benutten om te zingen maar ook om allerlei geluiden voort te brengen. Sommige liederen worden meerstemmig in harmonie gezongen, andere worden door één voorzanger gezongen terwijl de andere groepsleden als een bourdon van een doedelzak of wat anders dan ook klinken. Zo lijk je wel in een kippenhok terechtgekomen te zijn in het lied Comptine des poules et des coqs.
Het openingslied Les concrits de la Toussaint wordt al stappend in een processie gezongen. La digne journée klinkt als een kerkgezang. Het korte (1’02) Melchior et Balthazar wordt gezongen als een speelse canon. Bij het treurende La Sainte Vierge pleure dans son carreau d’argent heeft de voorzanger een diepe basstem. De zang op deze schijf met oude liederen laat echt veel variatie horen. Voor deze tweede productie kozen ze allemaal liederen die door de religie zijn geïnspireerd, waarin zowel vrome thema’s als volkse spotternijen bezongen worden. Ook religieus geïnspireerde legendes. Zeven van de tweeëntwintig liederen komen uit de Bretonse traditie, zes uit de Nivernais. Ook streken als de Auvergne, de Savoie, de Périgord en nog een aantal andere zijn vertegenwoordigd.
Têtes de Chien bewijst opnieuw dat oude traditionele liederen zich best tot nieuwe, hedendaagse bewerkingen lenen. Je kan zeggen dat deze groep de oude traditie, die zowat sinds een halve eeuw een heropleving kende, over de grens van de twintigste eeuw heeft getild.