(Smithsonian Folkways SFW 40597)
Nowruz is oud Perzisch voor een verwachtingsvol nieuw jaar en de titel van een cd van een multicultureel gezelschap. Het zestal – Wu Man, Feras Charestan, Abbos Kosimov, Basel Rajoub, Sirojiddin Juraev en Jasser Haj Youssef – is afkomstig uit diverse windstreken, van het Midden oosten, Centraal Azië tot China. Hun doel is om de aloude Arabische cultuur met nieuwe composities te verrijken, waarbij er geen geografische en artistieke beperkingen zijn. Folk, klassiek, jazz en authenticiteit versmelten, improvisatie en eigen creativiteit staan voorop. Het creatieve proces is eenvoudig en democratisch: alle leden dragen stukken bij die ze zelf hebben gecomponeerd, waarbij elk stuk doorgaans het eigen instrument van de componist bevat, en deze stukken worden vervolgens door de groep gearrangeerd.
Het eclectische geluid wordt geproduceerd door meesters op luiten, violen, citers, schalmeien en trommels, waarvan de oorsprong in het Midden-Oosten ligt. Maar ook instrumenten als de Chinese pipa en de oer westerse saxofoon komen voorbij. Het is een mond vol en een imponerende beschrijving. PR medewerkers zijn zelf ware kunstenaars, maar wij zijn meer benieuwd naar wat de muziek zelf ons vertelt.
Opener Tashkent is een vlotte, meegaande melodie met een heerlijke combinatie van de qanun, saxofoon en sprankelende pipa tremoli. Maar niet alle nummers zijn zo melodieus en sprankelend. Sommige tracks (Samai, Awdeh) refereren meer aan de tradities van de Arabische maqam, andere zijn weer meer meditatief (Madad, solo op de duclar, een verwant instrument met de duduk: Ili). Teahouse van Wu Man behelst weer een geheel ander discipline, namelijk de pentatonische Chinese muziek. En in Cadence wordt de klassieke Oosterse maqam verweven met de klassieke westerse invloeden van Bach.
De afwisseling is dus groot en ondanks het feit dat niet in alle nummers het gehele sextet participeert is er toch wel sprake van een herkenbaar geluid.