The Celtic Duo – The Celtic Duo

The Celtic Duo
(KD001)

Een Zweeds duo noemt zich The Celtic Duo. Om je alvast uit de droom te helpen: het geheel is niet slecht, de muzikanten beheersen hun instrumenten, maar het is zeker niet Hét Keltische duo. Emil Pernblad genoot een opleiding tot flamenco gitarist bij de gerenommeerde leraren in dit genre. Hij speelt net zo makkelijk Zweeds(traditioneel), tango, Zuid-Amerikaans of Keltisch. Die flamenco achtergrond is duidelijk hoorbaar, bijvoorbeeld in de vele decoraties, arpeggio’s of de roffelende ritmen. Het is niet storend en geeft de muziek juist een erotische touch.

Hij vormt dit duo met violist en zanger Jonas Liljeström. De relatie met Liljeström is nog al innig, want ik tel zo’n vijf groepen waarbij het tweetal vertegenwoordigd is, waaronder de mij bekende Zweedse gipsyband Krilja. Jonas Liljeström is een vingervlugge violist, die evenals Pernblad behoorlijk wat additieven aan de basisnoten toevoegt. Wat dat betreft had hij net zo goed Schotse doedelzak kunnen spelen met de talrijke grace-notes. Op den duur gaat dit behoorlijk tegenstaan. Het lijkt alsof er geen noot direct en strak gespeeld kan worden zonder verfraaiing, die dan eerder verprutsing wordt. En snel of sneller is niet immer mooier… Zijn stem is wel aangenaam en zijn uitspraak van het Engels is accentloos.

Het repertoire is een mengeling van zeer gekende songs en tunes (Neil Gow’s lament for the death of his 2nd wife, Spancil hill, The Blacksmith, Over the hills and far away, Streets of forbes en een handvol O’Carolan composities) naast minder gekende traditionals. Ook Pernblad en Liljeström passen het ‘The gloaming effect’ toe: traag beginnen en langzaamaan de melodie krachtiger en uptempo spelen. Dat werkt wel in bijvoorbeeld Neil Gow’s lament, dat door het flamencospel en begeleidende akkoorden een wat jazzy sausje krijgt. In andere tunes lijkt het meer verstikkend en geforceerd.

Nog een dingetje in de irritatiezone is het afsluiten van een nummer. Te vaak wordt er nog een riedeltje, een omspeling of slotimprovisatie aan toegevoegd, terwijl je al lang klaar bent met dat nummer. Aardig is hun versie van The Blacksmith, waarbij de link naar Planxty overduidelijk is, maar ze toch wel wat eigen variaties inbrengen. Helaas is de zang niet zo sterk en ritmisch wringt het af en toe.

Vermeldenswaard is nog het onbekende Llangollen market, een ballad waarin Pernblad effectief bouzouki speelt en gastmuzikant Johan Aspland een onconventionele solo op de Flugelhorn verzorgt.

Scroll naar boven