Vast herkenbaar: op een goede dag overvalt je opeens een stukje muziek waarvan je je afvraagt waarom je dat nog nooit eerder hoorde. Dat zijn de beste verrassingen.
Volgens The Guardian is Karen Dalton The best singer you’ve never heard of.
Nou, dat dus. In sommige kringen al tijden herontdekt, maar voor degene haar werk nog niet hoorde, wordt wellicht net zo’n fan als Bob Dylan.
Vers uit Oklahoma, gescheiden met kind, gitaar en banjo onder de arm dook ze op begin jaren ’60 in de folkscene van New York.
De doorbraak kwam nooit, waarschijnlijk doordat Dalton geen eigen liedjes schreef maar covers zong, die ze zich overigens op onnavolgbare wijze eigen maakte. Maar het was de glorietijd van de singer-songwriters.
En wellicht klonk ze te ongepolijst, donker en eigenzinnig voor het grote succes? Daarbij had ze een hekel aan optredens en opnames maken. It’s So Hard To Tell Who’s Going To Love You The Best is eigenlijk stiekem opgenomen door Fred Neil, liegend dat de opnameband niet meeliep.
Maar misschien zat haar zelfdestructieve persoonlijkheid haar meer in de weg. Ze koos het ruige pad; alcohol, drugs, straatleven. In 1993 stierf ze, waarschijnlijk aan aids. Een treurig levensverhaal, wat rest zijn een aantal opnames waaraan eenieder verslingerd kan raken. Aangenaam alsnog kennis te maken.
Luister maar eens naar de albums It’s So Hard To Tell Who’s Going To Love You The Best (1969) en In My Own Time (1971).