Gooikoorts 1 – 3 juli 2011, Gooik – België
De negende editie van Gooikoorts stond in het teken van ‘rietgeblazen instrumenten’. Tal van doedelzakken passeerden de revue in alle soorten en maten. Maar ook klarinetten en exotische aanverwanten als de Sardijnse launeddas. Het was niet het festival van grote uitschieters, maar de kwaliteit lag gemiddeld hoog. Ik heb een enkel doedelzak-concert aan me voorbij laten gaan, want je moet het instrument als toehoorder wel een beetje doseren. Maar wat ik heb gezien en gehoord was meer dan de moeite waard. Gooikoorts bood weer veel variatie aan muzikale cultuur uit bekende en onbekende Europese streken.
Als altijd opende de ‘dorpsomroeper’ vrijdagavond het festival met een bulderende ode (want zonder microfoon) aan de volksmuziek.
Veel Keltische invloeden dit jaar. De Vlaamse Ieren van Shantalla zetten vrijdagavond direct de toon. Terug van een paar jaar weggeweest, weet de groep moeiteloos een Ierse pub-sfeer te creëren. Maar het optreden blijft te veel steken in clichés, waardoor spanning uitblijft.
De revelatie van Gooikoorts vond ik Bogus. Normaal gesproken een balfolkgroep, maar het luisterconcert op zaterdagmiddag boeide van begin tot eind. De jonge broertjes De Schepper zijn sterk gegroeid in zowel muzikale creativiteit als podiumpresentatie. Strakke afrondingen en zelfverzekerde solo’s op sax en gitaar gaven het concert zijn meerwaarde. Tegenover de moderne folk-met-jazzinvloeden van Bogus stonden de traditionele klanken van Igriczek. Op oude instrumenten bracht de groep een mix van Hongaarse muziek uit de middeleeuwen en volksmuziek uit de Moldavische cultuur. De groep haalt haar liederen niet alleen uit oude liedboeken, maar gaat ook de boer op om bij oude mensen de overgeleverde volksliederen op te tekenen. Het resultaat: mooie melodieën met sterke meerstemmige zang. Vooral de krachtige, heldere stem van zangeres Andrea Navratil mag genoemd worden.
Voor de intiemere concerten kon je terecht in de akoestische tent. Het enige concert dat ik daar heb gezien viel echter tegen: dat van de Deense Anja Praest en haar man. Na een veelbelovend begin vervalt Anja in geneuzel over alledaagse ditjes en datjes en blijkt zang niet haar sterkste punt te zijn. Gevalletje van zelfoverschatting?
Ook de spierballenfolk van Anxo Lorenzo uit Gallicië bracht me niet van m’n stuk. Goede muzikanten, zeker, maar een stortvloed aan noten en riedels: te veel van het goede. Anxo was duidelijk het baasje: bandleden moesten hem zijn glas water aanreiken. Nee, dan klonk de aloude Battlefield Band (opgericht in ’69, maar geen oorspronkelijk band meer) toch overtuigender. De groep paarde humor aan kwaliteit van met name de violisten. Hun ‘Keltische set’ sloeg zeer aan bij het publiek.
Elke avond werd de grote tent omgetoverd tot danszaal. Op vrijdag was het de beurt aan Surpluz. De Vlaamse balfolkgroep oogstte veel lof, met name vanwege de sterke samenzang. Surpluz laat zien dat zang niet misstaat in de balfolk. Gooikoorts 2011 werd waardig uitgeluid met een Bretons Fest-Noz door Skolvan. Liefhebbers van de Kost ar C’hoad en Gavotte konden dansen tot ze er bij neervielen. Waarna met zich op het nachtelijk terras wederom kon laven aan zang, dans en muziek. En aan lekkere Chouffekes en andere pintjes. Want een opwarmertje voor de koude nachten was bittere noodzaak.