Gens Cambrina
(Hent Telenn Breizh VM03)
Violaine Mayor is een harpiste die al vele jaren in Bretagne woont. Ze is niet erg productief, want dit is pas haar derde ‘solo’ cd. Toch is Mayor een belangrijke factor in de Keltische en Bretonse muziek. Ze is een van de weinige professionals die de staalsnarige harp als specialiteit heeft. Het is een afgeleide van de Queen Mary harp of de Brian Boru harp. Mayor voegt daar een replica naar de harp uit de kathedraal van Quimper aan toe.
De snaren zijn van brons en worden bespeeld op een harp die veel kleiner is dan de wat we gebruikelijk Keltische harp noemen. Die snaren worden ook met de nagels in plaats van vingertoppen bespeeld en heel belangrijk is het afdempen van de snaren. Ze kennen een grote uitsterftijd (sustain) en als je ongedempt zou spelen wordt het een helse kakofonie. Mayor is, met absolute topper Ann Heyman, een van de beste bespeelsters van dit instrument, dat vaak benoemd wordt als bardische harp. Met name in het toepassen van triolen of grace notes blinkt zij uit.
De meeste nummers zijn gedragen, maar wel spankelend. Gens Cambrina heeft als ondertitel ‘oude historie van de harp in Bretagne’ en daar zit hem nu net de verwarring. De eigen composities van Mayor mag je daaronder vatten, evenals de traditionele dansen, melodieën en gwerziou. Maar Mayor speelt ook een bewerking van het 14e eeuwse Lamento di Tristano/La Rotta en twee Kaniad’s van de Welshe bard Ap Huw. Dat zijn veelvuldige improvisaties in traag ritme op een grondthema met omvangrijke lengte. En ondanks de ruim tien minuten die deze improvisaties duren, behoren ze tot de mooiste stukken van de cd. Hier komt het vakmanschap om de hoek. Je wordt als het ware meegevoerd op een reis naar het onbekende, maar telkens klinkt het vertrouwd.
De cd is een ware familieaangelegenheid. Zowel echtgenoot Joel Herrou (fluit, viool, bodhran) als beider kinderen Mikaël en Jean (harp) dragen hun noten bij. Ik ben daar niet altijd even kapot van, maar het levert bijvoorbeeld wel een opgewekte versie op van de dans Passepied. Drie nummers kennen vocalen. Die klinken soms wat geforceerd. Niet voor niets hoor ik Mayor het liefst solo en instrumentaal. Daarin komen haar kwaliteiten het beste naar voren.