West meets East

West meets East van Ravi Shankar & Yehudi Menuhin

Tekst: Luther Zevenbergen

De cross-overs tussen Indiase muziek en westerse stijlen als jazz, pop en klassiek zijn niet meer weg te denken uit het muziekaanbod. Waren de Beatles en Shakti de voorlopers in die trend binnen de popmuziek en de jazz, de samenwerking tussen Ravi Shankar en de Amerikaanse violist Yehudi Menuhin gaf het startsein voor mixvormen met klassieke muziek. In 1966 kwam hun eerste gezamenlijke LP West meets East uit.

De openingstrack Prabhati is een nummer met Yehudi Menuhin in de hoofdrol. Na een robuuste introductie van het thema zet de tabla in. De stijl van spelen is onmiskenbaar westers. Een Indiase violist zou nooit zoveel tremolo gebruiken en veel minder dynamiek. Toch is de sfeer door zijn vele glijtonen duidelijk oosters. Het tweede stuk is een korte uitvoering van raga Puriya Kalyan door Ravi Shankar.

Te beluisteren via onze NFS Spotify:

Dan volgt het kernstuk, Swara-Kakali, een duet tussen Menuhin en Shankar en de echte ontmoeting tussen oost en west. Shankar zet in met een korte alaap, Menuhin volgt met prachtige hoge glijtonen. Het nummer wordt rustig opgebouwd. Als ze tegen het einde van het nummer accelereren, blijkt hoe goed Menuhin de Indiase muziek aanvoelt zonder zijn eigen achtergrond te vergeten. De afsluiting is een vioolsonate uit Menuhins eigen repertoire.
Duidelijk is wel te horen, dat Yehudi Menuhin zijn weg zoekt in de wereld van Ravi Shankar, en niet andersom. Logisch dat men de oorspronkelijke titel East meets West vrij snel heeft veranderd in West meets East.

west meets east

Ravi Shankar

Ravi Shankar is er in grote mate verantwoordelijk voor dat de muziek uit India bekend is geraakt in het westen. Al in de jaren twintig toerde hij door Europa met de groep van zijn broer, de danser Uday Shankar. Er was al wat Indiase muziek te horen geweest op een aantal wereldtentoonstellingen, de sufi-leraar Inayat Khan had op zijn tournees van lezingen, ook veena-concerten gedaan. Echt stelselmatig toeren, daarin was de dansgroep van Uday Shankar de eerste.

De jonge Ravi keerde terug naar India voor zijn sitarstudie bij zijn guru Allaudin Khan, maar had de smaak te pakken gekregen en ging later weer lange periodes naar Europa en de VS voor concerten. Grote bekendheid kreeg hij door op te treden op de grote rockfestivals zoals Woodstock, eind jaren zestig, maar ook door vele pogingen een brug te slaan met westerse, en dan met name westerse klassieke, muziek. Zo componeerde hij twee concerten voor sitar en symfonieorkest, werken die werden uitgevoerd met het London Symphony Orchestra. Ravi Shankar kan zonder overdrijving worden aangewezen als de Indiase muzikant die de trend heeft gezet voor de vele cross-overs die verschillende muzikanten door de jaren heen zouden ondernemen.

Yehudi Menuhin

Ook Yehudi Menuhin is in zijn wereld, die van de klassieke muziek, een toonaangevend figuur. Als echt wonderkind wist hij al op jonge leeftijd grote indruk te maken. In zijn tienerjaren speelde hij al op internationale podia vioolconcerten van de grote componisten, zoals Beethoven, Tchaikovsky en Brahms. Hij studeerde bij diverse Europese leraren, met Georges Enesco als de belangrijkste, maar ontwikkelde voor een groot gedeelte zijn eigen speelstijl. Hiermee oefende hij grote invloed uit op hedendaagse violisten zoals Gidon Kremer. Maar hij keek verder dan zijn eigen straatje en had een levendige interesse voor jazz en niet-westerse muziek.

Onder de indruk

In 1952 reisde Yehudi Menuhin door India, waar hij voor het eerst kennismaakte met de muziek van Ravi Shankar. Tijdens de voorbereiding van een recital voor All-India Radio liet een van de programmamakers hem de muziek horen. Dit was echter niet de eerste keer dat hun paden kruisten. Shankar had Menuhin in 1934 zien optreden in Parijs, waar hij destijds met de dansgroep van zijn broer was. Maar nu in India zouden ze elkaar voor het eerst spreken.

“Hij leek zo onder de indruk,” herinnert Shankar zich, “hij omhelsde me en stelde me zoveel vragen, vanaf dat moment zijn we goede vrienden.” Yehudi zou later verklaren dat hij niet meer zo onder de indruk van muziek was geweest, sinds hij voor het eerst zigeunerviolisten in Roemenië gehoord had. De kracht van improvisatie die hij in de muziek van Shankar hoorde, imponeerde hem, aangezien hij daar zelf geen ervaring mee had. Hij was definitief voor de Indiase muziek gevallen en zou later in Londen en New York veel energie steken in de promotie ervan, met name door het organiseren van concerten.

Uiteindelijk vroeg hij Shankar om muziek te componeren waarin hij als violist een rol zou kunnen krijgen. In 1966 werd West meets East voor het eerst gespeeld op het Engelse Bath Festival. Later dat jaar verscheen de LP met studio-uitvoeringen van de nummers.

Yehudi moest in dit project, als gelijkwaardige partner van Shankar, Indiase muziek spelen. De dagen in de aanloop naar het concert besteedden ze veel tijd om tot een gezamenlijk punt te komen. Het improviseren viel Yehudi aanvankelijk zwaar. Toen het moment daar was, startte hij haast verlegen de melodie. Nadat Shankar inzette werd hij langzaam de muziek in gezogen, zodat het publiek uiteindelijk een staande ovatie gaf en om meer riep. “Jullie maken de grootste fout van je leven, dit is me één keer gelukt, het gaat me vast niet nog een keer lukken,” zei hij tegen zijn gehoor. Zeer bescheiden, want zowel het concert als de LP werden met lovende kritieken binnengehaald.

Menuhins interesse voor oosterse muziek was niet ineens ontstaan. “Het was Enesco die mij muzikaal de ogen opende. Ik was ongeveer elf jaar, en hij liet me Balinese muziek horen, en opnamen van Afrikaanse muziek. Het was deze kleine stap die mij uiteindelijk leidde naar de poging om mijn muzikale wereld te verbreden naar muziek, die buiten het terrein van mijn klassieke opleiding lag. Hier vandaan was ik in staat om Ravi Shankars wereld te betreden. Indiase muziek opende een nieuwe bron.”

Aanvankelijk vroeg Menuhin de Duitse pianist/ componist Peter Feuchtwanger om een duet te schrijven voor sitar en viool. Als basis werd raga Tilang genomen. Shankar had moeite om het te zeggen, omdat hij de componist niet wilde kwetsen, maar kon niet goed uit de voeten met het stuk. Het kwam hem vanuit het oogpunt van Indiase muziek vreemd voor, zo schrijft hij in zijn autobiografie. Menuhin beantwoordde dit met het verzoek om dan zelf wat te schrijven. Dus ging Shankar aan de slag met dezelfde raga als uitgangspunt.

Voor Menuhin werd zijn partij in westerse notatie getranscribeerd, met een aantal cadenza’s, die klinken alsof ze geïmproviseerd zijn. “Als ik met Ravi Shankar speel, moet ik mijn partijen vooraf oefenen. Maar zelfs met die bepaalde afstand tot echte improvisatie, betekent deelnemen aan Indiase muziek veel voor me.” Ook de openingstrack van de LP werd door Ravi Shankar geschreven: “Yehudi wilde dat ik nog een kort stuk voor hem schreef en we noemden het Prabhati. Ik schreef het zodat Yehudi het in pizzicato kon spelen. Door het gebruik van raga Gunkali, en de toonladder die daar bij hoort, kreeg het een Japanse sfeer.”

De LP won een Grammy Award, en EMI wilde graag een opvolger, die in 1967 verscheen. In 1976 kreeg de West meets East-serie zelfs nog een derde deel. Yehudi Menuhin overleed in 1999, en was tot het einde van zijn leven actief, waarvan de laatste periode vooral als dirigent. Ravi Shankar, inmiddels 84, is nog altijd te zien op de podia, alhoewel hij zelf zegt dat zijn belangrijkste taak er nu vooral in bestaat om zijn dochter Anouschka op te leiden tot topmuzikant.

nfs095

Dit Meesterwerk verscheen in © New Folk Sounds 95okt/nov 2004

Scroll naar boven