Front row seat to earth
(Red Essential / V2)
De popmuziekindustrie zorgt in ieder geval voor werkgelegenheid voor PR-medewerkers. Want de blabla die op de bijsluiter van de promo-cd van Weyes Blood staat is klinkklare nonsens & gebakken lucht, waar ik eerder ademhalingsproblemen dan lust om te luisteren van krijg. Op de notitie na, dat Weyes Blood zangeres-componiste Natalie Mering is, bevat bijsluiter geen enkele bruikbare informatie.
Ja, dat er piano, akoestische gitaar, ‘space electronics’ en snaredrum gebruikt wordt. Maar waar blijven dan die spacy klanken? Verder dan wollen tapijten en ondersteunende keyboards, waaronder een hammond, kom ik niet. En een snaredrum is toch niet een volledig drumstel? Toegegeven: een akoestische gitaar kan met vervormingsapparatuur klinken als een elektrische gitaar, maar dat zal de bijsluiterscribent niet bedoeld hebben. De muziek van Weyes Blood doet mij – in tegenstelling weer tot de auteur van het inlegvodje – in de verste verte niet denken aan de ‘fijnste folkmuziek van de West Coast in de jaren zeventig’ (hoe klonk die eigenlijk?), noch aan ‘de folkmuziek van de toekomst’. De contradictio in terminis alleen al zeg… Daarmee ondergraaf ik de verkoopprietpraat, maar niet het album van Weyes Blood.
Met folkmuziek heeft het niet veel te maken, tenminste wat betreft herkomst of stijl. Hooguit kan je het een helemaal niet verkeerd, lekker poppy album noemen met een eigen, wat dromerige stijl. Soms doet het wat denken aan de tweede versie van de Engelse symphorockband Renaissance. Met name de vocalen van Mering kunnen me bekoren.
Ergens dringen de Britse vrouwelijke vocalisten van de jaren zeventig zich op: Vashti Bunyan, Shelagh McDonald, Bridget St John en zelfs even Sandy Denny. Toch nog een beetje folky?