Wieringa Wikt en Weegt: heftig koor

Langzaam verandert de wereld in chaos. Wilde boeren in Nederland en daarbuiten, brandende bossen, verdronken steden, verdrogende gronden, afbrokkelende bergen, schietende ‘lone wolfs’ in Amerika en in Europa, een oorlog dichtbij met overlopende vluchtelingensteden, nog steeds voort woekerende virussen en ja, ik ben vast nog veel vergeten. 

Ik weet het niet, maar er zijn vast nog wel wat geloofsconflicten die regelmatig de kop opsteken of milieurampen her en der. En een Europa dat kernenergie en aardgas tot ‘groene stroom’ bestempelen helpt natuurlijk ook niet mee. De lijst kan langer. Met de nodige pfas in onze mik zou je er depri van worden.
Maar dat worden we niet, want de radio geeft ons doodleuk de uitslagen van wielrennen, voetbal en tennis alsof er niets aan de hand is. De Mens is een meester in de andere kant op kijken, met een  vooruitschuifsysteem. Ik blijf het nieuws geboeid volgen: hoe alles langzaam afbrokkelt, gelijk de bergen in Zwitserland of Italië. Ik kan de wereld ook niet redden, dus kijk ik toe en doe wat ik nog wél kan doen.

En zet nog maar eens een muziekje op, want de ‘good old’ bibliotheek had nog wat leuke wereldmuziek voor mij te leen. Ik heb drie aardige cd’s waar ik iets over kan melden. Als oud-koorlid ben ik altijd nog wel wat geïnteresseerd in koorklanken, maar wat ik nú in huis heb gehaald is werkelijk verbluffend en haast vermoeiend.

Zes geweldig krachtige stemmen van drie vrouwen en drie mannen brengen een intens geluid voort. Ze begeleiden zichzelf alleen met twee bastrommen, een tamboerijn en ritmisch handgeklap. Het duurde even om de taal te ontcijferen, maar dit koortje kom uit Occitanië, Frankrijk. Ze noemen zich San Salvador en een uur lang worden we omver geblazen met hun folkliederen. De ritmes van de zang gaan door elkaar heen, soms zachter als achtergrond op de lange melodielijnen, maar dan weer krachtig alle aandacht afdwingend. Alles klopt aan dit geluid en nergens hoor je een dipje in het gebodene.
Ooit zongen we bij ons Balkankoor Papucska het moeilijke Kroatische stuk Ladarke: vierstemmig, twee solo’s, soms drie ritmen door elkaar op het zelfde moment in het zes minuten durende stuk voor zo’n 30 stemmen. Het was vaak het slotstuk van ons concert en leverde vaak een daverend applaus op.

Maar hier gebeurt het zo goed als standaard en soms in stukken van bijna een kwartier. En als je dan denkt dat we bij het slot komen van het nummer, dan ontstaat er in de achtergrond of zacht in de voorgrond met een geheel ander ritme een soort doorstart van zo’n stuk met zo’n kracht, dat ik de neiging moet onderdrukken om de muziek wat zachter te draaien. Er gebeurt zoveel in de ritmen, – tegenritmen en opvolgende ritmen – dat het moeilijk is om alles te verwerken met de geest.

En gas terug nemen is er niet bij. Het is haast té vermoeiend om dit een uur lang vol te houden als luisteraar. Alles op volle sterkte en nergens een wat ingetogener moment. Alleen soms in de opening van een stuk, maar daarna weer constant ritmisch melodieus geweld, aanzwellend of afnemend, plotselinge stilte momenten om in een ander ritme weer door te denderen. Is het mooi? Zéker is dit knap. Ik ben er nog niet uit. Er bestaat zoiets als overdaad, hoe knap deze muziek ook is. Het titelstuk La grande folie van bijna 12 minuten begint zoals ik die van Bulgaarse koren ken, zoals Le Mystere des Voix Bulgares.

Maar wat momenten later ben ik dat begin allang weer kwijt en is er allang wat anders gebeurd met het stuk. Om deze muziek ergens een plek te geven heb ik zeker meerdere luistersessies nodig. De muziek is absoluut folk, zéker sommige momenten in de melodieën en ook wel als ik een moment een hanter dro ritme herken. Ja, het is razend knap, maar haast te heftig om vol te houden. Maar zeker als liefhebber van koorzang moet je dit een keer ondergaan. Zes stemmen die als een orkaan door je oren blazen.

San Salvador – La grande folie (MDC026, distributie Xango,  2021)

Scroll naar boven