(Aser0001CD, willos.eu)
In 2020 zou de Italiaanse formatie Willos’ in een uitgebreide Europese tour ook Nederland aan doen. Corona gooide roet in het eten. Misschien gelukkig, want als ze nu terugkeren, dan kan je genieten van een fraai elftal nieuwe songs en tunes van hun recente cd From now on. Dat is inmiddels de vijfde in een reeks, maar wellicht het beste tot nu toe.
Willos’ komt dan wel uit Italië, maar er is geen woord Italiaans aan de muziek. Die is Noord-West Keltisch met een nadruk op Ierland. Inmiddels is de formatie uitgegroeid tot een zestal met daarin twee vreemde eenden in de bijt, namelijk de oorspronkelijk Canadese Fiona King (vocalen) en Belfast violiste Stephanie Martin. Massimo Giuntini is volbloed Italiaan, maar dat hoor je volstrekt niet aan zijn spel op uillean pipes, waarin hij zich kan meten met de groten uit dat genre. Hij vult aan met whistles en bouzouki. Dat laatste instrument wordt meestal bespeeld door Luca Mercurio, afwisselend met gitaar. Lorenzo del Grande (fluiten) en Giolio Putti (bodhran) completeren het gezelschap. Op From now on speelt Martino Vacca op uillean pipes een aanvullende rol.
Wat aarzelend opent de cd met een mars (the Bull’s), aangevuld door een al wat sprankelender reel set (Dinney o’Brien’s/Siobhan O’Donnell’s). Daarna gaan de registers open en wordt de schroom afgeworpen. Strathspeys, reels, jigs, airs en walsen volgen elkaar op, waarbij de ene melodie ontroert – een heerlijk ‘klagende uillean pipes in Uirchill an Chreagain – en anderen je lijf laten mee schudden en je voeten van de vloer halen. Ik kan het niet geheel duiden, maar op een op andere manier weet Willos’ meer beleving in de uitvoering van de melodieën te leggen dan menige authentieke Ierse band. Het sprankelt, huppelt, is vrij van restricties en conventies. De overgangen tussen de tunes in een set gaan heel natuurlijk en vloeiend.
Naast de instrumentalen staan enkele zeer knap uitgevoerde liederen op het programma. De stem van King mag wat dunnetjes zijn, haar expressie en stembeheersing is ruim voldoende. Zo is er een knappe bewerking van het overbekende Wayfaring stranger en is Road to Rome (met als melodie Pastures of plenty) aanstekelijk. Als je van P stands for Paddy nog een interessante variant kan brengen, dan zit het wel goed. Zelfs van Gary Moore’s Over the hills and far away weet Willos’ de essentie te pakken en te raken. Willos’ verklaart niet langer traditionele muziek te spelen, maar een mix van interpretaties, originele composities met een fris geluid. Daar is geen woord Italiaans aan…