Klang i natten
(Go’Danish Folk Music, GO 1617)
Drie heel verscheiden fragiele instrumenten uit drie heel verschillende muzikale werelden scheppen hier een nieuw lyrisch universum. De ontmoeting tussen basklarinet (Anja Præst, gekend van ondermeer Phønix), harp (Anette Gøl), hang (sferische metalen klankschalen) en percussie (Benjamin Barfod) ligt misschien niet zo voor de hand, maar schept een fabelachtige wereld.
De onpeilbaar diepe basklarinet, de zacht krokante snaarklanken van de harp en ritmische zachte metaalklank van de hang slingeren zich door elkaar, op zoek naar nieuwe toonnuances in de melodie, om ze zo van het ene instrument op het ander te laten overglijden. Hierbij wordt de focus van melodie en begeleiding voortdurend verlegd en krijgt elk nummer een tijdloos karakter. Hierin gaan meditatie hand in hand had met ritmiek en volheid van klank, in tonaliteiten die zich weven rond melodieën en muzikale idiomen tijdens improvisatiemomenten en evengoed rond traditionele thema’s.
Zo openen ze verrassend met een eigen bewerking van Mozart’s In du milde, waarna Barford hen meelokt in zijn Et kald i natten. Daarnaast vinden ze elkaar vooral in composities van Gøl, naast enkele traditionals, zoals het ook vocaal begeleide Zweedse Æblebo, het enigmatisch ingezette Deense Tørvemosen of het Schotse Caledonian goodnight. Ook hun inspelen op een Japans thema in Når kirsebærtræerne blomster spreekt tot de verbeelding, en evengoed Gøl’s Citywalk-Women’s talk, zij het omwille van de jachtigheid.
Zelf ervaren ze dit experiment als een poging om energie te delen en uit te dragen, en vooral het tijdsverloop te vertragen, eigenlijk te reduceren tot het nu. Een luisterplaat voor fijnproevers.