Zilleghem folkfestival 2024

15 jaar groots in kleinschaligheid.

Bier en frisfrank nog in echte glazen, koffie en thee in een heuse ‘tasse’, redelijke prijzen voor eten en drinken, een prachtige locatie en een zeer aantrekkelijk programma. Waar vind je dit alles? Nou, in het rustieke park rond het kasteel van Loppem. Vlak bij Brugge.

Het nog wat onbekende Zilleghem Folk Festival beleefde op 26, 27 en 28 juli al weer haar 15e editie. De kleinschaligheid is hier troef met een capaciteit van maximaal 500 bezoekers. Die zorgen voor een zeer ongedwongen sfeer en een grote coherentie. Of je nu bal(folk)liefhebber bent, verstoken luisteraar of verdwaalde bezoeker, ieder wordt in zijn waarde gelaten. Zo zit je met bewondering te kijken naar een optreden van muzikanten en een tel later sta je met diezelfde kunstenaars een pint te drinken aan een van de statafels of onder de overkapping bij het hoofdpodium.

Het oogt als een klein dorp, een gemêleerde samenleving van diverse pluimage, in leeftijd variërend van zeer jong – kinderen zijn welkom en hebben voldoende vertier – tot stokoud, inclusief de rollators, en alles wat daar tussenin zit. Pakweg de helft van de bezoekers is toch duidelijk onder de vijftig! Als Hollandse jongere oudere waan je je gelukkig dat folkmuziek dus hier in Vlaanderen nog toekomst heeft. De concerten gaan door in het voormalige koetshuis, op zich al een mooi gebouw, maar een uitstekende ruimte voor voorstellingen dankzij een hoge zoldering die de akoestiek ten goede komt.

Het buitenpodium voor het kasteel is deels verscholen onder een overkapping. Voor het podium een grote houten vlondering. Daarop wordt continu gedanst. En niet door een enkeling. Er hoeft maar een polkanoot, een walsritme, een jig, bourrée te klinken en jawel… daar komen ze weer, de verstokte balfolkers. Je uitzicht op het podium wordt belemmerd, maar een kniesoor die zich daar aan stoort.

Kadril, een van de headliners van Zilleghem folk 2024

De programmatie is zeer divers. Opvallend is de grote vertegenwoordiging van in België gevestigde groepen. Wellicht vanuit financieel oogpunt, maar dan blijkt dat de folkscene in België toch breder is dan we vaak denken. En kwalitatief van een hoogstaand niveau (al wisten we dat al van te voren!). Hoogtepunt van de vrijdagavond was Little Kim. Aanvankelijk was ik wat sceptisch, maar deze countryrock formatie rond zangeres Kimberly Claeys bracht een sterke set met covers, eigen nummers en  in het Vlaams en Engels, waaronder een imponerende Walk on water en een overtuigende versie van Nathalie Merchants Motherland in eigen taal.

De Vlaamse equivalent van Linda Ronstadt zagen we zaterdag opnieuw op het podium met Kadril. Hun set overtuigende eveneens. Live spreekt deze ‘godfather van de Vlaamse folkrock’ veel meer aan dan op hun wat vlak geproduceerde cd’s. Gast Patrick Riguelle liet, in het kader van ‘30 jaar Nooit met krijt’,  horen nog immer goed bij stem te zijn. Toch was Kadril voor mij niet de act van de zaterdag. Wel Old Salt, een internationaal gezelschap muzikanten, (deels) afkomstig uit Gent. Ze brengen verrassend gearrangeerde bluegrass, countryblues, kortom de beste Americanaband buiten de USA. Inventieve arrangementen met een fantastische cellospeler (Toby Kuhn) en een indrukwekkende zanger-banjospeler Dan Wall, die met zijn voorkomen en presentaties zelfs de verstokte doemdenker weet te overtuigen.

Van het Asturische trio Deira had ik hoge verwachtingen, maar hun muziek was één vlakke dreun, waarbij vooral de elektronica te sterk overheerste en alle finesse uit de muziek haalde. Het Bretonse duo Jean-Michel Veillon & Nicolas Quemener werd opgehouden door de aanslagen op de TGV. Ze kwamen letterlijk pas enkele minuten voor aanvang van hun set aan. Desondanks brachten zijn een helaas korte, maar relaxte set, waarbij het muisstil was in de zaal. Vanwege die vertraging verzorgden Elizabeth Davidson-Blythe en Dan Quayle een twintig tal minuten een spontaan ingelaste set, waarbij ik spijt kreeg dat ik hun optreden de dag ervoor had gemist.

Elizabeth Davidson-Blythe en Dan Quayle, één van de ontdekte pareltjes

De slotdag begon sterk met een ontspannen optreden van Brisk, later met een goede set van Faran Flad, al werd dat gevuld met erg veel oud repertoire. Als slottrack fungeerde Andy Irvine met het Zweedse Quilty. De Zweden overtuigden met mooie uitvoeringen van Ierse tunes en songs, maar beperkten zich gelukkig niet tot een avondje louter Keltisch, door ook enkele Zweedse songs en melodieën te presenteren. Irvine was goed bij stem en knap hoe hij zich solo met enkele intrinsieke songs op het podium staande wist te houden voor een publiek dat toch liever aan de zwier ging.

Fascinerend en overtuigend was het project Saraï van Sophie Cavez, Baltazar Montanaro en de Occitaanse zangeres Juliette Minvielle met gasten Laura Cortese en Eva Decombel. Gedurfd, innovatief en vernieuwend. Intrigerend, smaakvol en badend in schoonheid is ook het – tijdelijke – project Deja Vu rond de muziek van Crosby, Stills en vooral Nash, gebracht door zangeres en basgitariste Elly Aerden en de gitaristen/vocalisten Maarten Decombel en Jan van Rossem. Geen kopieën, maar indringende eigen bewerkingen van gekende songs van het trio. Nog meer eigen smoel krijgen de liederen door de Vlaamse hertalingen van Peter Hoefman. Geen letterlijke vertalingen, maar geactualiseerde bewerkingen, fantastisch en hartstochtelijk gebracht door dit Vlaamse trio. Een van de vele climaxen op dit pareltje onder de folkfestivals in Vlaanderen. Kleinschalig in opzet, groots in uitvoering en beleving.

Hoogtepunt Deja vu met vlnr Jan van Rossem, Elly Aerden en Maarten Decombel
Scroll naar boven