Zoektocht naar een legende

Fran O'Rourke en John Feeley

Fran O’Rourke na vele jaren terug op cd en podium

Halverwege de jaren zeventig hoorde je hem regelmatig in de folkuitzendingen van de Vlaamse BRT. Hij voerde zijn Ierse liedjes uit op een nylon snarige gitaar. Een eenvoudige begeleiding, maar met voldoende variatie in het spel. Het was vooral zijn innemende, warme stem die boeide en je kluisterde aan de radio, of later de twee vinylplaten die hij had uitgebracht. Die Irish folksongs volume 1 en vol 2 kocht je dan bij Den Appel voor een pakweg twintig gulden per plaat. Nu zijn het collector’s items en wordt het bedrag van toen in tienvoud betaald. In Euro’s wel te verstaan.

Wie heeft er na het afstuderen van deze filosofiestudent aan de Leuvense universiteit nog gehoord van de zanger-gitarist? De Ier Fran O’Rourke leek na die korte periode van een paar jaar Leuven van de aardbodem verdwenen. Voor het maken van een radio-uitzending startte ik een zoektocht en speurde de inmiddels gepensioneerde professor in de filosofie van de Universiteit van Dublin op. En hij blijkt nog steeds, of liever weer, actief als uitvoerend muzikant. Met nog steeds die fascinerende, warme, heldere en zuivere stem…

‘In Ierland hoort muziek bij het alledaagse leven. Ook bij mij werd het met de paplepel ingegoten. Op mijn 12e kocht ik een steelstring gitaar en begon de liedjes die we thuis zongen te spelen. Op mijn 14e belandde ik in een jongerenprogramma The Fox en later tijdens mijn studie aan de universiteit ging ik naar ballad sessies en uiteraard de pub. Allemaal liefhebberswerk dus. Voor mijn studie vertrok ik naar Oostenrijk, achtereenvolgens naar Keulen en uiteindelijk naar Leuven. In Keulen had ik contact met de folk afdeling van de WDR, die zeer actief was met folkmuziek. Jan Reichold nodigde me uit om een programma met Ierse songs te vullen. Inmiddels in België regelde William Willems een aantal concerten voor mij. Hij had als promotor voor The MacCalmans contacten bij jeugdcentra. Mijn muziek kreeg wat meer professionele uitstraling. Daar hoorde dan ook een elpee bij. Die werd opgenomen in een studio in Keulen. De eerste persingen van Irish folksongs vol 1 waren zeer eenvoudig: een plastic beschermhoes met daarin de vinylplaat en twee losse inlegvellen. Dat werd later een standaard elpee met papieren hoes. Ik kreeg er optredens door, onder meer op het Festival Moergestel, in Heusden-Zolder, en op tv in Tienerklanken. De elpees verkochten meer dan goed’.

Fran O’Rourke op de achterflap van Irish Folk songs vol 2.

Irish folksongs volume 1 kent 12 songs. De meeste van die 12 songs rekenen we nu onder het standaard repertoire van de Ierse folksongs. Sommigen zijn overbekend, zoals Whiskey in the jar of Rising for the moon (gepopulariseerd in de versie van The Dubliners), Will you go, Lassie go, Spancil hill of Spanish lady. Maar in die tijd waren ze niet zo algemeen als nu. Bovendien verschillen de uitvoeringen door O’Rourke nogal van de uiteindelijk beter gekende versies. Waar The Dubliners er vaak kroegmeezingers van maakten, bracht O’Rourke ze als zeer intieme songs. Wellicht dat deze bescheidenheid en integere benadering de weg naar meer bekendheid heeft belemmerd. Twee jaar later verscheen Irish folksongs Vol 2, nu met 14 songs, waaronder in het Gaelic gezongen ballads en een compositie van Yeats (The Lake Isle Of Innisfree).

‘Na afronding van mijn studie in Leuven keerde ik terug naar Dublin, waar me een baan als docent werd aangeboden. Ik speelde nog wel een tijdje in Goalinn, een bekende pub voor Ierse muziek in de hoofdstad, maar daarna was het gedaan met publieke optredens. Het actief musiceren verdween naar de achtergrond. Mijn interesse en  fascinatie voor James Joyce was inmiddels gewekt. Hij kwam uit een zeer muzikale familie en had aspiraties om professioneel muzikant te worden. Joyce speelde gitaar, zong en trad regelmatig op in gelegenheden. Hij werd uiteindelijk schrijver, maar in zijn werken – bekendste zijn Ulysses en Finnegans wake – verwerkt hij veelvuldig verwijzingen naar (Ierse) liederen. Ik besloot een onderzoek aan hem te wijden. Enerzijds vanwege de vele verwijzingen naar de filosofen Aristoteles en Thomas van Aquino – zie noot – maar ook vanwege zijn veelvuldige verwijzingen naar Ierse songs. In literatuur wordt wel meer gerefereerd, maar dan aan klassieke muziek, opera etc. Joyce dus met name naar traditionele muziek. Meer dan 3000 keer! Een gekende is zijn quote van het lied I’ll tell my ma, dat letterlijk delen uit dat lied bevat. Ik ontmoette John Feeley, een klassiek gitarist. Wereldwijd geroemd vanwege onder meer zijn bewerkingen van Bach op gitaar. Zoek maar eens op YouTube naar ‘Feeley en Bach’ en je staat versteld van de hits.  Via aanwijzingen ontdekte ik de gitaar die Joyce zelf had bespeeld in een museum, maar in matige conditie. Die heb ik laten restaureren en hij is te horen op een lied van de cd (zie recensie).’

Fran O Rourke met de gerestaureerde gitaar van James Joyce

Na pakweg 35 jaar heeft hij de draad weer opgepakt. O’ Rourke en Feeley besloten om een lunchconcert te geven met liederen die Joyce vernoemt. En toen ging de beer los. Bescheiden, maar met enige regelmatig geven ze nu een voorstelling. Wereldwijd van Sidney tot Santiago de Chili, van Dublin naar Wenen tot Athene etc. Soms is dat een speciaal gericht programma rond Joyce, of juist een set met Ierse songs en een mix daartussen.

‘Het klikt tussen John en mij en we wilden verder met de samenwerking. We selecteerden een 13-tal favoriete songs in het Gaelic en namen die op voor de cd  Casad na n-Amran (Turning the song).’

De charme in de uitvoeringen van de liederen die Fran O’Rourke brengt heeft hij na al die jaren weten te behouden. De relaxte sfeer, de graatzuivere, maar innemende zang, het ontspannende karakter… Toch nog even een blik op het verleden. De vraag naar welke van de twee Irish Folksongs zijn voorkeur uitgaat, beantwoord hij realistisch. ‘De eerste was een onderneming, de tweede is qua productie beter, maar muzikaal zijn ze me even lief en kan ik niet kiezen.’ En tenslotte een ‘hier en nu’ vraag. Op beide recente cd’s vallen twee zaken op. O’Rourke speelt daarop zelf niet of nauwelijks gitaar. ‘Het is een voorrecht om met John te mogen werken. Hij is een veel betere gitarist dan ik ooit zal zijn. Bij soloprogramma’s speel ik wel zelf gitaar.’ Het tweede opmerkelijke is de nog steeds imponerende stem, die alleen maar rijper is geworden. ‘Ik zing natuurlijk en heb nooit mijn stem geforceerd. Wel is door leeftijd mijn stem wat gedaald, maar ook volwassener geworden. En als ik mensen als Van Morrison of Mick Jagger hoor, toch ook niet meer de jongsten, dan is er nog hoop…’

Fran O'Rourke en John Feeley
Fran O’Rourke en John Feeley

Noot: Fran O’Rourke behaalde een tweede doctorstitel met een studie naar de overeenkomsten en verschillen tussen drie filosofen: De voor Christelijke Griekse Aristoteles, de Middeleeuwse filosoof en theoloog Thomas van Aquino en James Joyce, weliswaar een auteur, maar groot denker, die veel verwijst naar de twee eerder genoemden. O’Rourke schreef een verhandeling Joyce, Aristotle and Aquinas, dat in boekvorm werd uitgegeven. Ondanks het feit dat het gaat om een wetenschappelijk werk, wordt het geprezen om de heldere uiteenzetting. documentatie en leeswaardigheid.

Scroll naar boven